Schoenadvies

Schoenadvies voor de juiste maat

Kies de juiste lengte- én breedtemaat. Maat 40 van het ene merk is beslist geen maat 40 van een ander merk. Let dus niet alleen op de schoenmaat, maar vooral op de pasvorm. Pas schoenen altijd in de namiddag, omdat uw voeten in de loop van de dag wat dikker worden. Pas altijd beide schoenen en loop er even op rond in de winkel. Neem de tijd voor het kopen van uw schoenen. Bij twijfel kunt u ze beter niet kopen.

Wat is een goede pasvorm?

Over een goede pasvorm valt veel te zeggen. Hieronder hebben we de belangrijkste punten waarop u kunt letten, samengevat. Deze richtlijnen zijn van belang voor iedere voet, en in het bijzonder van toepassing als u al voetklachten heeft.

• De binnenzool moet minimaal 1 cm langer zijn dan de voet.
• Voor een goede pasvorm is de vorm van de neus in overeenstemming met de vorm van de voet. Spitse neuzen zijn zeer af te raden.
• De tenen moeten in een schoen vrij kunnen bewegen. Let erop dat u voldoende ruimte heeft bij de tenen, in de breedte maar ook in de hoogte. Tenen en nagels komen snel in de knel waardoor er pijnklachten kunnen ontstaan.
• De hakhoogte moet zodanig zijn dat de kuit ontspannen is: maximaal 2 tot 3 cm. Hoe breder de hak van de schoen, hoe stabieler u staat.
• Een goede hielomsluiting (contrefort) is belangrijk. Hoe steviger het contrefort, des te minder kans op zwikken van de enkels. De hielomsluiting mag niet met de duim in te duwen zijn.
• Zorg voor een goede sluiting op de wreef die niet knelt of irriteert, bij voorkeur een vetersluiting. Laag uitgesneden schoeisel geeft weinig houvast om de voet waardoor de voet kan slippen bij de hiel.
• Let op dat er geen stiksels of naden en versieringen, op en in de schoen, over pijnlijke plekken op uw voet lopen.
• Koop geen instappers als u teenklachten heeft. Instappers worden over het algemeen wat kleiner gekocht om uitslippen te voorkomen.

Materiaal van de schoen

Synthetische materialen zijn af te raden, omdat die niet of onvoldoende ademen en transpiratie bevorderen. Kies in plaats daarvan natuurlijke materialen die voldoende ventileren, zoals leer. De zool van een schoen moet soepel, schokdempend, en tegelijkertijd stevig zijn, zodat een goede loopbeweging mogelijk is. De schoenzool moet meebuigen bij de voorvoet. Een schoen loopt niet uit en wordt niet groter. Als een schoen te klein is, blijft dat zo. Wel wordt het bovenleer tijdens het gebruik soepeler, waardoor het zich aanpast aan de vorm van uw voeten.

Schoenen bij steunzolen

Neem steunzolen of teenortheses mee naar de winkel. Pas de schoenen altijd met het hulpmiddel en loop een tijdje in de winkel rond om te testen of u geen drukpunten voelt. Let op de dikte van een uitneembare binnenzool. Soms is een uitneembare binnenzool een stuk dunner dan uw maatvoetbed en dan kan de schoen met maatvoetbed te krap worden.

Heeft u nieuwe orthopedische schoenen?

Dan nog deze tips:

• Laat uw voeten wennen aan de schoenen en de steun die ze geven. Start met een uur of 2 inlopen op de eerste dag en bouw dit in 2 weken tijd rustig op naar een hele dag. Het leer zal zich naar uw voet vormen en zo voorkomt u drukplekken. Juist bij orthopedische schoenen is inlopen belangrijk, omdat de voeten moeten wennen aan de vaak steviger materialen die gebruikt zijn.
• De schoen zit goed als de hiel tegen de achterkant van de schoen rust en de voet niet meer kan schuiven als u de sluiting(en) vastgemaakt hebt. Zorg dat de schoen de voet goed omsluit, want door wrijving kunnen druk- of schuurplekken ontstaan.